035 DRRIC Bijbelse Artikelen – Liefde die blijft

035 DRRIC Bijbelse Artikelen – Liefde die blijft

Quote van Ricardo Jansen: “Liefde die blijft is geen gevoel dat standhoudt, maar een God die vasthoudt. Niet onze toewijding bewaart ons, maar Zijn trouw in de Zoon. Dat is liefde die blijft.”

20-06-2025

Klik hier om te luisteren

1 Johannes 2:15-17

Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.


Aan diegene die hoort of leest,  


In de voorafgaande verzen van dit gedeelte spreekt Johannes vol warmte over wie wij in Christus zijn: vergeven, overwinnaars en levend in het licht. Hij bemoedigt jonge gelovigen en geestelijk volwassen christenen om vol te houden in hun geloofsweg. Tegelijk maakt hij duidelijk: ook wie God kent, blijft als gelovige dagelijks kwetsbaar voor de verleiding van wat in de wereld blinkt. Daarom klinkt nu deze scherpe oproep: ‘heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is’. 


De wereld is door God geschapen en was oorspronkelijk goed: vol schoonheid, orde en leven. In die zin is er veel waardevols te vinden in de schepping. Maar sinds de zondeval is er ook een andere realiteit zichtbaar geworden: de wereld is sindsdien getekend door begeerte, zelfgerichtheid en hoogmoed. We leven los van God op aarde en zoeken onze vervulling buiten God. 


Johannes vervolgt verder in vers 15b: ‘Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem.' (1 Johannes 2:15) Het gaat niet om de schepping en de pracht van deze schepping, zoals de zon of andere natuurverschijnselen, maar om de manier waarop mensen leven. Door de zonde en de daaraan gebonden wil, zijn wij niet meer neutraal, maar geneigd tot het kwaad. Onze verlangens zijn niet zomaar verdwaald, ze zijn gebroken. 


In vers 16 lezen wij: ‘Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.’ In dit vers vat Johannes samen wat hij bedoelt met ‘de wereld’. Het raakt ons diep. Herkennen wij deze begeerten ook in ons eigen hart? Of laten wij ze ongemoeid, omdat zij zo subtiel verweven zijn met onze dagelijkse keuzes? Zijn we werkelijk aan het strijden, of hebben wij ons stilzwijgend verzoend met wat God ‘niet uit de Vader’ noemt?


Deze begeerten omvatten niet alleen lichamelijke lusten, maar ook zintuiglijke genoegens die het leven op zichzelf richten in plaats van op God. Paulus beschrijft deze werken van het vlees in Galaten 5:19-21 met indringende duidelijkheid: overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke. Hij waarschuwt dat wie zulke dingen doet, het Koninkrijk van God niet zal beërven. Daarmee maakt hij duidelijk dat deze begeerten niet slechts zwakheden zijn, maar symptomen van een geestelijke strijd die haaks staat op het leven door de Geest. 


‘De verlangens van de ogen’ wijst op hebzucht en het verlangen naar materiële bezittingen of uiterlijk vertoon. Het oog is vaak het beginpunt van verleiding. Wat zichtbaar is, kan het hart in beweging zetten. In Genesis 3:6 lezen we dat Eva zag dat de vrucht aangenaam was voor het oog en dit zien leidde tot handelen. De ogen worden in de Schrift vaak gezien als poorten naar het hart. Jezus waarschuwt in Mattheüs 6:22-23: ‘De lamp van het lichaam is het oog; als dan uw oog oprecht is, zal heel uw lichaam verlicht zijn; maar als uw oog kwaadaardig is, zal heel uw lichaam duister zijn. Als het licht dat in u is, duisternis is, hoe groot is dan de duisternis zelf!’


‘En de hoogmoed van het leven is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.’ Deze uitdrukking wijst op de neiging om te vertrouwen op eigen positie, prestaties of bezit, alsof we onafhankelijk van God kunnen leven. De Schrift waarschuwt hier herhaaldelijk voor, zoals bij Israël in Deuteronomium 8:17, Nebukadnezar in Daniël 4 en de rijke dwaas in Lukas 12. Deze vorm van trots komt niet uit de Vader, maar uit de wereld. Het is de illusie van zelfredzaamheid die het hart van ware aanbidding vervreemdt.


‘En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.’ Deze woorden onderstrepen het vergankelijke karakter van alles wat werelds is, in contrast met het blijvende bestaan van wie Gods wil doet. Het gaat om een leven dat geworteld is in gehoorzaamheid en gemeenschap met God, een liefde die niet vergaat maar standhoudt tot in eeuwigheid. Daarin ligt de toekomst van de gelovige: in een liefde die blijft.


Deze eeuwigheid ligt in de belofte van God, door Zijn Zoon Christus. Hij is namelijk door God gezonden uit liefde voor de wereld: ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft’ (Johannes 3:16). Door het geloof hebben wij eeuwig leven en dit is pure genade. Het is onverdiend. Niet op basis van wat wij doen, maar op grond van wat Hij deed. Hij is degene die Gods wil volmaakt heeft gedaan. Niet uit trots of eigenbelang, maar in volledige overgave. Hij zocht geen eer voor zichzelf, maar leefde in gehoorzaamheid, zelfs tot aan het kruis. 


Durven wij in het licht van Zijn gehoorzaamheid ook ons eigen leven neer te leggen? Volgen wij Hem werkelijk in het loslaten van wereldse eer, of zoeken wij die toch, zij het op een subtiele manier? Want juist in Christus wordt duidelijk wat blijven betekent. Jezus is niet alleen ons voorbeeld, Hij is ook de weg waarop wij mogen gaan. Door Hem leren we af te zien van wat voorbijgaat en leven we toe naar wat echt blijft. De oproep van Johannes is geen vrijblijvende waarschuwing, maar een geestelijke confrontatie: Waar ligt onze liefde? 


Als Christus de liefde is die blijft, wat weerhoudt ons dan nog om onszelf geheel aan Hem toe te vertrouwen? Hebben wij Hem werkelijk omhelsd als onze enige hoop, of houden wij iets achter voor onszelf? Als u nog niet in Christus bent: keer u tot Hem. Bekeer u en geloof het Evangelie. Bent u in Hem, laat de liefde van de wereld los. Omhels de liefde van de Vader, leef in de liefde die blijft. Want: 'Wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.’ En dit ligt alleen in de Zoon. Het gaat er niet om dat wij ons leven oppoetsen om gered te worden, maar het geloof is de vrucht van het eeuwige leven


Daarom bekeert u allen en gelooft het Evangelie. 


Soli Deo Gloria. Alleen God de eer. Amen. 


Populaire posts van deze blog

Leesartikel 001: Mijn persoonlijke getuigenis, Onvergankelijke hoop.

014: Leesartikel over Spreuken 15:29 - 17-07-24

Evangelisatie 002