023 RIC Bijbelse Artikelen - Roep: Heere, red mij!
023 RIC- Bijbelse Artikelen Roep: Heere, red mij! 28-03-2025
Mattheüs 14:28-31
28. Petrus antwoordde Hem en zei: Heere, als U het bent, geef mij dan bevel over het water naar U toe te komen.
29. Hij zei: Kom! En Petrus klom uit het schip en liep op het water om bij Jezus te komen.
30. Maar toen hij op de sterke wind lette, werd hij bevreesd, en toen hij begon te zinken, riep hij: Heere, red mij!
31. Jezus stak meteen Zijn hand uit, greep hem vast en zei tegen hem: Kleingelovige, waarom hebt u getwijfeld?
Lieve lezer,
Het wonder van Jezus, Die over het water loopt, raakt het geloof van Zijn discipelen in het hart. In Mattheüs 14:28-31 zien we Petrus’ verlangen om Christus te volgen, maar ook zijn zwakheid. Dit gedeelte confronteert ons met de kracht van geloof en de realiteit van twijfel. Door Zijn Woord leert God ons te wandelen in geloof. Daarbij staat Christus altijd centraal.
Petrus reageert op Jezus met een bijzondere vraag: 'Heere, als U het bent, geef mij dan bevel over het water naar U toe te komen.' Hij twijfelt niet aan de macht van Christus, maar wil een bevestiging. Zijn verzoek getuigt van vertrouwen, maar ook van afhankelijkheid. Hij wil zekerheid dat het werkelijk de Heere is Die spreekt. Dit past bij zijn vurige karakter: denk aan zijn latere impulsieve uitroepen, zijn zwaard in Gethsémané en zijn belofte om Christus nooit te verlaten. In Mattheüs 14:28 zien wij hem als enige in de boot initiatief nemen, maar niet zonder het Woord van zijn Meester. Zijn geloof zoekt houvast in het Woord van Christus.
Geloof is geen blind vertrouwen, maar een vastgrijpen van het Woord van Christus. Het steunt niet op gevoel of omstandigheden, maar op wat God gesproken heeft. Ook wij worden geroepen om in vertrouwen te wandelen, maar alleen op Zijn bevel. Hoe vaak wachten wij op bevestiging voordat we durven gaan? Durven wij werkelijk te staan op Zijn belofte, zoals Petrus dat deed?
Jezus antwoordt kort en krachtig: 'Kom!' Dat ene woord is genoeg. Petrus gehoorzaamt, stapt uit het schip en wordt gedragen op een wijze die alle verstand te boven gaat. Hij loopt werkelijk over het water, maar dan keert alles om. Hij ziet de wind, wordt bevreesd en begint te zinken. Zijn blik richt zich niet langer op Christus, maar op de omstandigheden. Op dat moment blijft hem maar één uitweg: 'Heere, red mij!' Hierin zien we een diepe geestelijke waarheid. Zolang Petrus op Christus gericht is, draagt het geloof hem. Maar zodra hij kijkt naar de dreiging om hem heen, wankelt hij. Angst verdringt het vertrouwen en hij begint te zinken.
Hoe vaak gebeurt dit in ons leven? Wanneer wij naar de stormen van ons bestaan kijken, problemen, zorgen, angsten, dan zakt ons vertrouwen weg. We beginnen te twijfelen aan Gods nabijheid. Toch blijft er één roep over: 'Heere, red mij!' Dat is het gebed dat God verhoort. Niet onze kracht, maar Zijn genade alleen houdt ons staande.
Jezus’ reactie is onmiddellijk. Hij steekt Zijn hand uit en grijpt Petrus vast. Bij sommigen gaat er een lange weg van innerlijke strijd aan vooraf, voordat zij in waarheid tot Christus vluchten. Maar op het moment dat een zondaar tot Hem roept, is Zijn redding geen langzaam proces, maar een daad van directe genade. Zoals Hij Petrus onmiddellijk greep, zo is Hij ook nu een Toevlucht voor allen die in waarheid tot Hem roepen.
Daarna volgt de liefdevolle vermaning: 'Kleingelovige, waarom hebt u getwijfeld?' Jezus onderwijst door Zijn woorden, Petrus en de andere discipelen die in het schip waren. Hij laat zien dat Petrus geloof had, door het woord kleingelovige te gebruiken. Maar het vertrouwen dat zich aan dat geloof vasthoudt, ontbrak toen hij op de omstandigheden ging letten.
Hierin herkennen wij onszelf. Momenten van sterk geloof en momenten van zwakte wisselen elkaar af. Maar Christus laat niet los. Hij laat ons soms ervaren hoe wankel ons geloof is, zodat wij ons des te meer aan Hem vastklampen. Hoe gaan wij om met onze momenten van twijfel? Roepen wij tot Hem, of laten wij ons meeslepen door de golven?
In Mattheüs 14:32-33 lezen wij: 'En toen zij in het schip geklommen waren, ging de wind liggen. Zij die in het schip waren, kwamen Hem aanbidden en zeiden: Werkelijk, U bent de Zoon van God!' De storm bedaarde pas toen Jezus het schip binnenkwam. Daarin ligt een diepe les: waar Christus werkelijk aanwezig is, komt rust. En uit die rust ontstaat aanbidding. Zo eindigt de verwarring in verwondering.
Dit gedeelte leert ons dat geloof begint met de blik op Christus, en niet op de storm. Zijn hand is uitgestrekt om te redden, zoals bij Petrus, die riep: 'Heere, red mij!' Wie in waarheid zo roept, wordt door Hem niet afgewezen. Sta op Zijn Woord. Roep tot Hem. Want Hij laat niet los wat Zijn hand begon.