Genade ontvangen en genade verlenen - Leesartikel 008 - Ricardo Jansen
Geliefde lezer, wat fijn dat u dit artikel wilt lezen. In dit artikel neem ik u mee op reis in het thema genade. Niet de genade die je van mensen of overheden kunt krijgen, maar genade van de Allerhoogste God en Vader van Jezus Christus, in Wie Hij welbehagen heeft:
Jesaja 42:1 Zie, Mijn Knecht, Die Ik ondersteun,
Mijn Uitverkorene, in Wie Mijn ziel een welbehagen heeft;
Ik heb Mijn Geest op Hem gelegd.
Hij zal tot de heidenvolken het recht doen uitgaan.
Mattheüs 3:17 En zie, een stem uit de hemelen zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!
Mattheüs 17:5 Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem!
In de Bijbel gaat het op meerdere plaatsen over genade. Om te laten zien wat genade betekent, wil ik de volgende woorden van Jezus Christus aanhalen:
Mattheüs 18:21-35 21. Toen kwam Petrus naar Hem toe en zei: Heere, hoeveel keer zal mijn broeder tegen mij zondigen en ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe?
22. Jezus zei tegen hem: Ik zeg u: niet tot zevenmaal, maar tot zeventig maal zevenmaal.
23. Daarom kan het Koninkrijk der hemelen vergeleken worden met een zeker koning die afrekening wilde houden met zijn dienaren.
24. Toen hij begon af te rekenen, werd er iemand bij hem gebracht die hem tienduizend talenten schuldig was.
25. En toen hij niet kon betalen, gaf zijn heer opdracht dat men hem zou verkopen, én zijn vrouw en kinderen en alles wat hij had, en dat de schuld betaald moest worden.
26. De dienaar dan knielde voor hem neer en zei: Heer, heb geduld met mij en ik zal u alles betalen.
27. En de heer van deze dienaar was innerlijk met ontferming bewogen, liet hem gaan en schold hem de schuld kwijt.
28. Maar deze dienaar ging naar buiten en trof een van zijn mededienaren aan, die hem honderd penningen schuldig was. Hij pakte hem beet, greep hem bij de keel en zei: Betaal mij wat u schuldig bent.
29. Zijn mededienaar dan liet zich voor hem neervallen en smeekte hem: Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen.
30. Hij wilde echter niet, maar ging heen en wierp hem in de gevangenis, totdat hij de schuld betaald zou hebben.
31. Toen zijn mededienaren zagen wat er gebeurd was, werden zij erg bedroefd; zij gingen naar hun heer en vertelden hem alles wat er gebeurd was.
32. Toen riep zijn heer hem bij zich en zei tegen hem: Slechte dienaar, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, omdat u mij dat smeekte.
33. Had ook u geen medelijden moeten hebben met uw mededienaar, zoals ik ook medelijden met u had?
34. En zijn heer, boos als hij was, gaf hem aan de pijnigers over, totdat hij alles wat hij hem schuldig was, betaald zou hebben.
35. Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als niet ieder van u van harte de misdaden van zijn broeder vergeeft.
Deze gelijkenis vertelt de Heere nadat Petrus Hem vroeg hoe vaak hij en wij iemand moeten vergeven. Dat Petrus deze vraag stelt, komt doordat Petrus menselijke gevoelens heeft. Menselijke gevoelens, zoals boosheid, kunnen iedereen overkomen. Toch ligt het antwoord dat Petrus krijgt niet voor de hand. Jezus zegt niet dat je broeder of zuster zeven keer moet vergeven, zoals Petrus denkt, maar zeventig zevenmaal. In een later leesartikel zal ik op dit stuk terugkomen. In dit leesartikel wil ik het met jullie hebben over de gelijkenis die Jezus ons laat zien na de vraag van Petrus.
De Heere geeft door deze gelijkenis de kans in te beelden welke boodschap Hij wil overbrengen. Het gaat namelijk om Zijn Koninkrijk en Hij wil ons duidelijk maken hoe wij ook door Hem genade moeten schenken aan onze naasten. Zoals God de Vader, door Zijn Zoon Jezus Christus ons ook genade heeft geschonken. Door deze gelijkenis geeft de Heere, ons de ruimte om deze boodschap weer te geven in ons eigen leven.
Genade van God kunnen wij niet verdienen. Genade van God de Vader wordt beschikbaar voor ons door Jezus Christus, Zijn Zoon. Uit genade zijn wij zalig geworden. Het gaat hier over, degenen die in Jezus Christus zijn geborgen. Die Hem hebben aangenomen als Redder en Verlosser. Niemand kan erop roemen zelf deze genade te hebben verkregen. Dat zien wij ook in de brief van Paulus aan de Efeziërs:
Efeze 2:8-9
8. Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God;
9. niet uit werken, opdat niemand zou roemen.
In de gelijkenis van Jezus in Mattheüs 18:24-27 zien wij dat een dienaar van de koning bij de koning werd gebracht. Hij was hem tienduizend talent schuldig. Hoeveel dat precies in deze tijd is, daar zijn de meningen over verdeeld. In ieder geval is duidelijk dat het een onnoemelijk aantal is. De Heere laat ons hiermee zien dat dit onze zonden zijn tegenover God. Talenten zijn gewichten. Zo zijn onze zonden ook een gewicht dat aan ons hangt. Wij hebben dan de genade van God nodig om ons van deze talenten (gewichten) te bevrijden.
In de gelijkenis zien we dat de dienaar de koning niet kon betalen.. Het was een enorme schuld om af te lossen. De heer gaf opdracht om alles van de dienaar te verkopen, hem, zijn vrouw en kinderen. De schuld moest betaald worden. De dienaar knielde voor zijn heer neer en zei: Heer, heb geduld met mij en ik zal u alles betalen. De heer van deze dienaar was innerlijk met ontferming bewogen, hij schonk de knecht genade, door zijn schuld kwijt te schelden. Hij was geheel verlost van zijn verplichting om te betalen.
De dienaar was genade verleend. Dan gaat dezelfde dienaar naar buiten, waar hij een van zijn mededienaren aantreft (zoals wij kunnen lezen in Mattheüs 18:28-30). Deze was hem honderd penningen schuldig. De Griekse vertaling zegt over de penningen: δηνάρια (dēnaria). Het waren dus 100 zilveren Romeinse munten, die de mededienaar aan Hem verschuldigd was. Veel minder dan wat de dienaar zojuist door zijn heer was kwijtgescholden. De dienaar die door genade verlost was door zijn heer, kent zelf geen genade en pakt zijn mededienaar beet, grijpt hem bij de keel en zegt: ‘Betaal mij wat u schuldig bent’. De mededienaar laat zich voor hem neervallen en smeekt hem: Heb geduld met mij en ik zal alles betalen. De dienaar wilde er niks van weten en wierp hem in de gevangenis, totdat hij de schuld betaald zou hebben. Wat een tegenstelling met de genade die hij zojuist bij zijn heer heeft ontvangen. De heer die hem met zachtheid had behandeld, hem genade had geschonken.
In Mattheüs 18:31-35 zien wij dat de mededienaren zagen wat er gebeurd was. Zij werden erg bedroefd, gingen naar hun heer en vertelden alles wat er gebeurd was. Ze waren getuigen geweest van de meedogenloosheid van de dienaar. Zij waren bedroefd over de situatie van deze dienaar die zulke genade had gekregen van hun heer. De heer riep de dienaar bij zich en zei tegen hem: Slechte dienaar, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, omdat u mij dat smeekte. Had ook u geen medelijden moeten hebben met uw mededienaar, zoals ik ook medelijden met u had?
De heer was boos, woedend. Hij gaf de dienaar aan de pijnigers over. Hij zou zijn volledige schuld moeten betalen. Wat dus niet kon, omdat de dienaar zijn heer tienduizend talenten verschuldigd was. Zo is er voor de dienaar geen verlossing meer mogelijk. Hij zal door de pijnigers voor eeuwig gepijnigd worden.
Mattheüs 18:35. Zo zal ook Mijn hemelse Vader met u doen, als niet ieder van u van harte de misdaden van zijn broeder vergeeft.
Deze gelijkenis wordt afgesloten met vers 35. Het is de bedoeling van Jezus Christus geweest om ons met de gelijkenis te onderwijzen. Hij leert ons om te leren vergeven. God heeft mij zo onnoemelijk veel vergeven. Al mijn zonden, al mijn ongerechtigheden. Als wij vanuit dit punt kijken naar wat iemand anders ons heeft aangedaan, dan valt dit in het niet, met wat wij God hebben aangedaan. Dan is de les die Jezus Christus ons meegeeft: Als God mij zoveel vergeven heeft, zou ik dan mijn naaste ook niet van harte vergeven?
Bedankt voor het lezen van het artikel. Naast de leesartikelen schrijf ik ook wekelijks twee overdenkingen. Op het ogenblik doe ik dit met een verzendlijst in whatsapp. Ook ben ik de mogelijkheden aan het bekijken om de overdenking via een mailing-list te versturen. Door een bericht te sturen via het contactformulier of een whatsapp te sturen naar het onderstaande telefoonnummer, kan ik u toevoegen aan de whatsapp lijst.
Gods zegen en nabijheid gewenst!
Ricardo Jansen 0614045653