036 DRRIC Bijbelse Artikelen – Vasthouden aan wat blijft
036 DRRIC Bijbelse Artikelen – Vasthouden aan wat blijft Quote: Wie zich richt op het hemelse, leeft als een mens die met Christus is opgewekt en veilig geborgen is in God. 27-06-2025
Kolossenzen 3:1-4
Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn, want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.
Aan diegene die hoort of leest,
Paulus benadrukt in Kolossenzen 1 en 2 de volheid van Christus en waarschuwt voor misleidende menselijke tradities. De gelovigen zijn met Christus gestorven en opgewekt tot nieuw leven. Daarom roept hij in hoofdstuk 3 vers 1 op om te zoeken wat boven is, waar Christus is. Dat stelt ons direct een confronterende vraag: Wat zoekt u? Waar is mijn leven werkelijk op gericht?
‘Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit.’ Duidelijke woorden van Paulus, want hij schrijft aan de gelovigen. Als u met Christus bent opgewekt. Dat is geen vanzelfsprekendheid, want de mens is gevallen in zonde en leeft van nature niet meer in verbondenheid met God. Toch schrijft de apostel hier met zekerheid: er is redding mogelijk, want hij spreekt tot mensen die met Christus zijn opgewekt. Dat is niet door enige eigen verdienste, maar door God genade. Door de Geest levend gemaakt.
Christus, die gezonden is door de Vader, is niet zomaar in de wereld gekomen als een inspirerend voorbeeld of een leraar van morele waarden. Hij is gekomen als de Zoon, vol van genade en waarheid (Johannes 1:14), gezonden om zondaren te redden, verloren mensen op te zoeken en hen met God te verzoenen (Galaten 4:4–5). Zijn komst is niet ons initiatief, het is Gods beweging naar ons toe. Daarom is het ook geen vanzelfsprekendheid dat iemand met Christus is opgewekt. Het is genade. Pure genade.
Als we met Christus zijn opgewekt, dan vraagt dat om een leven dat op Hem gericht is. Paulus roept ons op om te zoeken wat boven is, waar Christus is. Niet het vergankelijke, maar het blijvende moet onze aandacht hebben. Leven uit genade betekent dat onze verlangens, keuzes en gedachten op Hem afgestemd zijn. Want, schrijft de apostel: ‘Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn, want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God.‘
Dat is een diepe waarheid die niet oppervlakkig voorbijgaat aan de werkelijkheid van het leven, maar die ons leert kijken vanuit een ander perspectief. Wie gelooft, is gestorven aan het oude leven. Dat wil zeggen: de verbinding met het zondige bestaan, waarin de mens leefde naar eigen inzicht en verlangens, is verbroken. De oude gerichtheid op aardse zekerheden, op wat vergankelijk is, is ten einde.
Maar daarmee ontstaat geen leegte, integendeel. Ons nieuwe leven is met Christus verborgen in God. Het is niet altijd zichtbaar voor de wereld, niet tastbaar als bezit of status, maar het is werkelijk en veilig. Deze verborgenheid betekent geborgenheid: ons bestaan is verankerd in Hem die leeft, regeert en behouden kan. En juist daarom roept Paulus ons op om onze gedachten, ons hart, ons leven, voortdurend te richten op de dingen die boven zijn. Daar is Christus. En waar Hij is, daar is ook ons leven.
Als ons leven werkelijk met Christus verborgen is in God, dan leven wij vanuit een andere bron en voor een ander doel dan wat de wereld ons voorhoudt. Dat vraagt om een voortdurend loslaten van wat tijdelijk is en een bewust richten op wat eeuwig is. Niet omdat wij dat vanzelf goed doen, maar omdat Christus ons leven is. De vraag komt opnieuw dichtbij: waar is mijn denken mee bezig, waar is mijn hart op gericht? Leef ik vanuit wat zichtbaar en tastbaar is, of vanuit de zekerheid die in Christus verborgen ligt? Wie zich aan Hem toevertrouwt, mag rust vinden in het verborgene en hoop putten uit wat nog geopenbaard moet worden.
We lezen namelijk: ‘Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.’ Dat is de toekomst die ons wacht. Wat nu nog verborgen is, zal op Zijn tijd zichtbaar worden. Niet alleen Christus zal verschijnen in heerlijkheid, maar alle die in Hem zijn, zullen met Hem geopenbaard worden. Dat geeft moed om vol te houden, om niet te leven naar het oordeel van mensen, maar naar de belofte van God. Want ons leven is niet gericht op wat voorbijgaat, maar op wat komen zal: de openbaring van Christus en daarmee onze ware identiteit in Hem.
Daarom is dit een dringende oproep: als uw leven nog niet met Christus verborgen is in God, laat u dan met Hem verenigen. Vertrouw uzelf niet langer toe aan wat vergaat, maar aan Hem die eeuwig leeft. De wereld biedt schijnzekerheid, maar Christus geeft waar leven, nu verborgen, straks geopenbaard in heerlijkheid. Keer u af van het oude leven dat zichzelf zoekt en wend u tot Hem die gekomen is om zondaren te redden. Hij roept u niet om iets van uzelf te brengen, maar om alles van Hem te ontvangen. Wie in Hem gelooft, zal niet verloren gaan, maar eeuwig leven hebben. Zoek wat boven is, zoek Christus. Want wie Hem vindt, heeft het leven.
Laat dit woord ons stilzetten en aansporen. Ons leven is niet bedoeld om op te gaan in het tijdelijke, maar om geworteld te zijn in het eeuwige. In Christus is er vergeving, vernieuwing en toekomst. Hij is ons leven, onze zekerheid, onze hoop.
Soli Deo Gloria. Alleen God de eer. Amen.