031 RIC Bijbelse Artikelen: Zoekend leven - 1 Kronieken 16:11
031 RIC Bijbelse Artikelen Zoekend leven - 1 Kronieken 16:11 22-05-2025
1 Kronieken 16:11 ‘Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend.’
Lieve lezer,
Vandaag staan we stil bij een loflied van David, opgeschreven in het Bijbelboek 1 Kronieken, hoofdstuk 16:8–36. Deze psalm werd gezongen ter ere van de HEERE en werd toevertrouwd aan Asaf en zijn broeders om dag in, dag uit lof aan God te brengen. Als kernvers bij deze overdenking heb ik gekozen voor vers 11: ‘Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend.’
De aanleiding voor deze lofzang was bijzonder: Israël bracht de ark van het verbond, het symbool van Gods aanwezigheid, Jeruzalem binnen. Offers werden gebracht, het volk werd gezegend en Levieten werden aangesteld om Gods Naam te eren. Alles stond in het teken van dankbaarheid, aanbidding en herinnering aan Gods daden.
Zo komen we bij deze psalm van David. Juist in een wereld vol afleiding, drukte en onzekerheid is het zoeken van God allesbehalve vanzelfsprekend. De Bijbel is hier realistisch over. De apostel Paulus schrijft in Romeinen 3:11: ‘Er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt.’
De zondeval heeft ons hart bij God vandaan getrokken. Toch klinkt juist in deze tekst een oproep: ‘Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend.’ Dat betekent: leef niet op de automatische piloot, maar richt je hart elke dag bewust op Hem. Wat betekent dat concreet? Laten we samen deze tekst en de psalm eromheen verkennen.
In de eerste plaats lezen we in deze tekst een krachtige oproep tot aanbidding. De openingsverzen van de psalm roepen op om de HEERE te loven, Zijn Naam aan te roepen, en Zijn grote daden te verkondigen onder de volken. Het is een lofprijzing die niet passief is, maar een actieve omgang met God vraagt: danken, zingen, vertellen, spreken, verheugen.
Voor Israël betekende dit het levend houden van de herinnering aan wat de HEERE voor hen had gedaan. Hij had hen bevrijd uit Egypte, met een machtige hand geleid door de woestijn, en hen Zijn trouw bewezen. Zoals ook in Deuteronomium 31:8 wordt beloofd: ‘De HEERE nu is het Die voor u uit gaat. Hij zal met u zijn. Hij zal u niet loslaten en u niet verlaten. Wees niet bevreesd en wees niet ontsteld.’
Daarom wordt het volk aangespoord om de HEERE te loven, Zijn Naam aan te roepen, Zijn wonderen te verkondigen en zich te beroemen in Zijn heilige Naam. Dit alles vloeit voort uit een hart dat zich verblijdt in het zoeken van de HEERE.
Maar ook in deze psalm worden we herinnerd aan Gods grote daden. In dit lied van David krijgen we een korte terugblik op hoe de HEERE handelde in de geschiedenis van Zijn volk. Hij is Degene die Zijn verbond sloot met Abraham, Izaäk en Jakob. Een verbond dat niet tijdelijk maar eeuwig is, zoals we lezen in 1 Kronieken 16:18: ‘Ik zal u het land Kanaän geven, het gebied dat uw erfelijk bezit is’.
Gods trouw aan dat verbond is een reden tot lof en vertrouwen. Voor Israël was het herinneren van Gods daden geen verleden tijd, maar een bron van hoop in het heden. Ook wij mogen terugkijken op wat Hij gedaan heeft, om met des te meer verwachting Zijn aangezicht te zoeken. Want de HEERE regeert, wat een universele oproep is aan iedereen, want we lezen in Kronieken 16:23-24: ‘Zing voor de HEERE, heel de aarde, breng de boodschap van Zijn heil van dag tot dag. Vertel onder de heidenvolken Zijn eer, onder alle volken Zijn wonderen.’
De psalm verkondigt dat de HEERE niet alleen redt, maar ook regeert. Hij is groot, ontzagwekkend, en verheven boven alle zogenaamde goden. Terwijl de afgoden van de volken niets zijn, is het de HEERE die de hemel heeft gemaakt. Zijn macht en majesteit vullen de hemel; vreugde en glorie zijn in Zijn tegenwoordigheid.
In deze woorden klinkt een duidelijke roeping: getuig van Gods grootheid, breng Zijn heil onder de volken. Ook dit is een vorm van God zoeken, niet alleen in stilte of gebed, maar ook in het verkondigen van Zijn eer. Zo komen we weer terug bij het hart van de psalm, vers 11: ‘Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend.’
Dit is geen vrijblijvende suggestie, maar een dringende oproep. Het zoeken van God is niet een eenmalige handeling, maar een voortdurende levenshouding. Jezus vat dit samen in het grote gebod: ‘En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod.’ God zoeken betekent: leven vanuit Zijn kracht, door de weg die Christus voor ons heeft geopend. Want zonder Hem is er geen toegang tot de Vader, geen vergeving, geen werkelijke gemeenschap.
Laten we eerlijk zijn: hoe vaak zoeken wij werkelijk het aangezicht van de HEERE? Hoe snel zijn we afgeleid, druk, lauw of gericht op eigen kracht? De oproep in 1 Kronieken 16:11 raakt ons diep, want ze legt bloot waar het ons vaak aan ontbreekt: voortdurende afhankelijkheid van God. Maar die afhankelijkheid is geen abstracte houding; ze krijgt vorm in een leven dat voortdurend steunt op Christus. Alleen door Hem kunnen wij het aangezicht van de Vader zoeken. Hij is de Weg, de Middelaar en de Bron van kracht. Afwijken van Hem is uiteindelijk altijd vertrouwen op eigen kracht. Daarom is ware afhankelijkheid: leven in voortdurende gemeenschap met Jezus Christus, die voor ons bidt, ons draagt en ons leidt.
Paulus schreef het al scherp in Romeinen 3:11: “Er is niemand die God zoekt.” Daarmee legt hij bloot wat zonde werkelijk is: niet slechts verkeerde daden, maar een hart dat God niet wil kennen, niet wil zoeken, niet wil gehoorzamen. De oproep om God te zoeken vraagt daarom om bekering. Een omkeer van een ik-gericht naar een God-gericht leven. Niet uit eigen kracht, maar vanuit het besef dat Hij ons eerst gezocht heeft. Hij zoekt aanbidders, geen mensen die zichzelf kunnen redden.
Lieve lezer, hoor dan de roep van deze psalm: ‘Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend.’ God roept jou tot een leven waarin Hij centraal staat, waarin je dagelijks Zijn kracht zoekt, Zijn stem hoort en Zijn nabijheid verlangt. Zoek Hem niet alleen wanneer je Hem nodig hebt, maar omdat Hij goed is, omdat Zijn trouw tot in eeuwigheid reikt en omdat Zijn Koninkrijk komt. Laat vandaag het moment zijn waarop je opnieuw zegt: Heere Jezus, ik wil U zoeken. Niet af en toe, maar voortdurend. Want U hebt beloofd: wie U zoekt, zal U vinden. (vgl. Jeremia 29:13, Mattheüs 7:7). Amen.