22 RIC Bijbelse Artikelen - Uit Hem, door Hem, tot Hem
022 RIC- Bijbelse Artikelen Uit Hem, door Hem, tot Hem. 21-03-2025
Lieve lezer,
‘Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.’ (Romeinen 11:36)
Een boom leeft niet uit zichzelf. Zijn wortels zoeken diep in de grond naar voeding, zijn stam draagt de takken, zijn bladeren ontvangen licht. Zonder grond zou hij verdorren, zonder stam zou hij breken, zonder licht zou hij sterven. Alles wat de boom nodig heeft, komt van buiten hemzelf. Hij kan niet bestaan zonder de bron die hem voedt.
Zo is het ook met de mens. Hij leeft, denkt, werkt, zoekt en verlangt. Maar waar komt hij vandaan? Waar leeft hij door? En wat is het doel van zijn bestaan? De Schrift, Gods Woord, de Bijbel, geeft een duidelijk antwoord: ‘Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.’ (Romeinen 11:36).
Het is Gods Woord dat betrouwbaar is en waarheid spreekt. Gods Woord heeft het laatste woord over geloof en hoe we moeten leven. Wat wij zelf bedenken, of wat anderen bedenken, mag nooit belangrijker zijn dan wat de Bijbel zegt. Maar wat zegt Paulus in Romeinen 11:36?
Alles begint bij Hem. Niets is van zichzelf. ‘Uit Hem’ betekent dat alles zijn oorsprong in God heeft. Hij is de Schepper, de Oorsprong van alle dingen. ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde.’ (Genesis 1:1). Hij riep het licht in het bestaan, vormde de mens uit stof en blies hem de adem in. Er is niets wat niet van Hem komt.
Alles wordt gedragen door Hem. ‘Door Hem’ betekent dat alles blijft bestaan door Zijn kracht. In Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij. De adem in onze longen, de dag die begint, het hart dat klopt, alles is afhankelijk van Zijn wil. De mens is geneigd te denken dat hij zichzelf staande houdt, maar zonder Hem zou alles ophouden te bestaan.
Jezus Christus is de enige Middelaar tussen God en de mens. Aan het kruis van Golgotha volbracht Hij het werk van verzoening, door de straf op de zonde te dragen. Daardoor is herstel tussen God en de mens mogelijk. Door Zijn opstanding en Zijn hemelvaart en de uitstorting van de Geest maakt God dat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Alles is tot Zijn eer. ‘Tot Hem’ betekent dat alles uiteindelijk een doel heeft in God. ‘De hemel vertelt Gods eer, het uitspansel verkondigt het werk van Zijn handen.’ (Psalm 19:1). De schepping is niet willekeurig, het leven is geen toeval. Alles wat bestaat, wijst terug naar zijn Maker.
Dit laat geen ruimte voor trots. Als alles uit Hem is, door Hem gedragen wordt en tot Hem leidt, dan blijft er niets over voor de mens om zich op te beroemen. ‘Waar is dan de roem? Hij is uitgesloten.’ (Romeinen 3:27). Niet onze kracht, niet onze wijsheid, niet ons werk is de grond van ons bestaan. Het is alleen genade.
En deze genade ontvangen wij niet door werken, maar alleen door geloof. ‘Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen’ (Efeze 2:8-9).
De boom die zich losmaakt van de wortels, verdort. De mens die zich losmaakt van God, raakt verloren. Maar wie erkent dat alles uit Hem, door Hem en tot Hem is, vindt de plek waarvoor hij is gemaakt. Het leven krijgt pas zin als het niet om ons draait, maar om Hem.
Daarom eindigt Paulus met lof: ‘Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.’ Alles is van Hem, alles is door Hem, alles is voor Hem. Dat is geen zware last, maar een bevrijding. Want wie zichzelf probeert te dragen, zal struikelen. Wie op Hem steunt, zal staande blijven.
Wat een zekerheid, wat een liefde, wat een barmhartigheid, geliefde! Hij Die ons geroepen heeft en ons in Christus tot Zich heeft getrokken, Hem komt de heerlijkheid toe, tot in eeuwigheid. Zijn verlossing is geheel Zijn werk. Daarom, lieve lezer, komt Hem alle eer toe. Alles is tot lof van Hem Die hemel en aarde geschapen heeft.
‘Niet ons, HEERE, niet ons, maar geef Uw Naam eer, om Uw goedertierenheid, om Uw trouw.’ (Psalm 115:1).
Wie zichzelf zoekt, raakt leeg. Wie Hem zoekt, vindt overvloed.
Maar wie zoekt u?
Amen.