Elke bekering leidt tot blijdschap - Leesartikel 003 - Ricardo Jansen
Geliefde lezer.
Het volgende artikel gaat over bekering. Bekering is het afkeren van de zonde en je toekeren naar Jezus Christus. Hem als Redder aannemen, erop vertrouwen dat Hij je zal verlossen van de dood. De dood die iedereen verdient, want wij zijn zondaars en verdienen de dood. God is rechtvaardig en doet recht. De zonden die wij doen, doen Hem veel pijn. Toch heeft Hij de wereld zo lief:
Johannes 3:16-18
16. Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
17. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden.
18. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.
Dat God de wereld zo lief heeft, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, betekent dat wij door Hem gerechtvaardigd worden. Hoe kunnen wij gerechtvaardigd worden? Door het geloof in Hem, als Redder en Verlosser. Hij legt dit uit aan Thomas, en ook aan ons: Johannes 14:6 Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. Wat overblijft is het afkeren van zonde en ons bekeren tot Jezus Christus. Jezus Christus zoekt en vindt, roept zondaren om zich tot Hem te keren. De gedachtegang van sommigen dat bekering vanuit onszelf komt, wordt door de Schrift weerlegd. De Geest overtuigt van de zonde, dit deelt Jezus Christus Zelf mee:
Johannes 16:7-11
17. Maar Ik zeg u de waarheid: Het is nuttig voor u dat Ik wegga, want als Ik niet wegga, zal de Trooster niet naar u toe komen; maar als Ik heenga, zal Ik Hem naar u toe zenden.
8. En als Die gekomen is, zal Hij de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel:
9. van zonde, omdat zij niet in Mij geloven;
10. van gerechtigheid, omdat Ik heenga naar Mijn Vader en u Mij niet meer zult zien;
11. en van oordeel, omdat de vorst van deze wereld veroordeeld is.
Dat de Geest doet overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel, betekent dat een bekering niet vanuit onszelf komt, maar vanuit God. De Geest maakt bekend, waarvan wij ons moeten bekeren. Dit doet Hij door ons ogen gericht te laten houden op de Schrift. Zo is het ook met mijn bekering geweest. Ik hield mij bezig met occulte zaken. Toen de Schrift mij bekendmaakte, dat waarzeggerij zonde was en niet bij God hoorde, wist ik dat het niet bij God hoorde. Deze ingeving door de Schrift zetten de eerste stappen richting mijn bekering:
Deuteronomium 18:10-12
10. Onder u mag niemand gevonden worden die zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan, die waarzeggerij pleegt, die wolken duidt of aan wichelarij doet, die een tovenaar is,
11. die bezweringen doet, die een dodenbezweerder of een waarzegger raadpleegt, of die de doden raadpleegt.
12. Want iedereen die zulke dingen doet, is een gruwel voor de HEERE. En vanwege deze gruweldaden verdrijft de HEERE, uw God, deze volken van voor uw ogen uit hun bezit.
De Schrift is ingegeven door God:
2 Timotheüs 3:16-17
16. Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid,
17. opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.
Deze verzen laten ons zien, dat heel de Schrift door God is ingegeven. De Schrift maakt ons bekend hoe wij bij Hem kunnen horen: door het geloof in Jezus Christus. De Schrift maakt ons bekend wat zonde is. Wij moeten de zonden haten, haten wat niet bij God hoort. Ons ervan afkeren. De kleinste dingen zijn al zonden en zelfs van de kleinste dingen moeten wij ons afkeren, omdat God het ons bekend maakt. Nu komen we ook tot de kern van dit artikel: elke bekering leidt tot blijdschap.
Het tweede lees artikel ging over het verloren schaap. In de gelijkenis die Jezus Christus vertelt, blijven nog 2 onderdelen over die overdacht moeten worden, om ervan te leren en te begrijpen, dat er blijdschap is in de hemelen als een zondaar zich bekeert.
Wij komen bij het tweede gedeelte van de gelijkenis van Jezus Christus, waar het gaat over de verloren penning:
Lukas 15:8-10
8. Of welke vrouw, die tien penningen heeft en één penning verliest, steekt niet een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig, totdat zij die vindt?
9. En als zij hem gevonden heeft, roept zij haar vriendinnen en buurvrouwen bijeen en zegt: Wees blij met mij, want ik heb de penning gevonden die ik verloren had.
10. Zo zeg Ik u, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert.
Of welke vrouw, de verliezer van de penning wordt door Jezus Christus geschetst als een vrouw, zij die hartstochtelijk zal treuren om het verlies van de penning. Zo wordt in deze gelijkenis verondersteld dat een vrouw zich meer zal verheugen in het vinden van de verloren penning dan een man zou doen. Het is een feit dat Jezus Christus deze gelijkenis sprak tot de Farizeeën en schriftgeleerden:
Lukas 15:2-3
2. En de Farizeeën en de schriftgeleerden morden onder elkaar en zeiden: Deze Man ontvangt zondaars en eet met hen.
3. En Hij sprak deze gelijkenis tot hen en zei:
In eerste instantie worden ze gedwongen om te denken als een herder. Dit ergerde hen. Toch moesten zij herkennen dat de herder blij is, als die het verloren schaap thuis brengt. Dat zij nu moeten denken als een vrouw, daarin moeten herkennen dat de vrouw blij is, dat zij de verloren penning terugvindt, zal hen nog het meest geërgerd hebben. Het verplaatsen in een herder was al erg voor de mannelijke Jood, maar in de schoenen staan van een vrouw zal hen nog meer conflict in gedachten hebben gegeven. Dat Jezus Christus de vrouw als voorbeeld stelt in dit gedeelte, laat zien dat er blijdschap is bij elke bekering, van wie dan ook. Jood, heiden, man, vrouw of kind. Het laat ook zien dat deze blijdschap tot in de hemel strekt, tot de troon van God.
Jezus Christus trekt de Farizeeën, schriftgeleerden en ook ons, die deze gelijkenis lezen het verhaal in. De vrouw heeft tien zilverstukken, zij verliest daarvan één. Menselijk geredeneerd zou je dan kunnen denken, dat die éne zilverling minder waarde heeft dan de negen anderen. Toch moeten wij altijd in gedachten houden, dat elke zilverling dezelfde waarde heeft, als zij afzonderlijk behandeld worden. Een zilverling is één zilverling. Jezus Christus laat in de gelijkenis zien en beseffen dat het zinvol is om de verloren penning te zoeken. Jezus vertelt over de zorg en moeite die de vrouw er aan besteed. Ze steekt een kaars aan en veegt het huis. Ze kijkt op elke plaats in het huis, om de zilverling te zoeken. Zij schept haar verlangen erin om het te vinden, dit doet ze vol ijver en voorzichtigheid.
Jezus Christus gebruikt deze gelijkenis van het verloren schaap, de verloren penning en de verloren zoon, om te verduidelijken dat er verschillende middelen en methoden worden gebruikt door God om verlorenen bij Zich te brengen. Zo schrijft Matthew Henry in zijn verklaring: God heeft de kaars van het Evangelie aangestoken, niet om zichzelf de weg naar ons te tonen, maar om ons de weg naar Hem te tonen, om onszelf te ontdekken, waar het aan schort bij ons. Hij heeft het huis geveegd door de overtuigingen van het Woord. God zoekt ijverig. Zijn hart is erop gericht, om verloren zielen tot zich te brengen. God is blij als de verlorene zich tot Hem keert.
Dit laat ook Jezus Christus zien in het tweede gedeelte van de gelijkenis:
Lukas 15:9-10
9. En als zij hem gevonden heeft, roept zij haar vriendinnen en buurvrouwen bijeen en zegt: Wees blij met mij, want ik heb de penning gevonden die ik verloren had.
10. Zo zeg Ik u, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert.
Als zij de penning gevonden heeft met toewijding, verlangen en zorgvuldigheid, roept zij haar vriendinnen en buurvrouwen bijeen en zegt: Wees blij met mij, want ik heb de penning gevonden die ik verloren had. De vrouw is verheugd in het vinden van de éne penning, dat zij haar vreugde, wil delen met haar vriendinnen en buurvrouwen. Zij stelt haar verlangen erin, dat anderen zich met haar verheugen. Zij was zo blij dat ze de zilverling had gevonden. Alzo spreekt Jezus Christus: Lukas 15:10 Zo zeg Ik u, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert. Zo hebben wij ook kunnen lezen in het eerste gedeelte van het verloren schaap, dat er vreugde is in de hemel, nu lezen wij, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert.
De engelen hebben hun ogen gericht op God, Die op de troon zit in de hemel. Engelen verheugen zich over een bekering, omdat de heerlijkheid van God daardoor wordt getoond. In een bekering straalt de de heerlijkheid van de Vader, Zoon en Heilige Geest. Satan, die als een briesende leeuw rondgaat, is een prooi verloren, als een zondaar tot bekering komt. 1 Petrus 5:8 Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden.
De Vader is verheugd als een zondaar door Zijn Zoon Jezus Christus tot bekering komt.
2 Korinthe 5:17-18
17. Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.
18. En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft.
Over 2 Korinthe 5:17 is geschreven in 001 Begrijpelijk Overdenken, ik wil dit graag delen, om te laten zien wat het nu eigenlijk betekent om een nieuwe schepping te worden:
We proberen menselijk te verklaren hoe God werkt en wat God deed en doet. Dit moeten wij niet doen. God is niet te bevatten. Als wij in Jezus Christus zijn (in Hem geloven), dan worden wij een nieuwe schepping. Het oude gaat voorbij en zie (kijk: nu gaat het gebeuren) alles is nieuw geworden. Het betekent dat je niet een klein beetje veranderd, maar dat je compleet verandert. Een voorbeeld is een rups die in een vlinder verandert. De rups verandert voor altijd, zie: het is een vlinder geworden.
Wij kunnen lezen in: 2 Korinthe 5:18 En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft. Als een zondaar tot bekering komt en een nieuwe schepping is, dan is dit alles uit God. Hij maakt ons de dingen bekend die niet bij Hem horen, Hij maakt bekend waar wij ons van moeten afkeren. Zaken die niet tot de nieuwe mens behoren, maar tot de oude mens. Hij Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft. Hij heeft door Zijn, Zoon, Jezus Christus en de weg die Zijn Zoon heeft gelopen, voor de verlorene de deur geopend. De deur naar de heerlijkheid van Hem, die in de hemel is. Hij laat de oude dingen verdwijnen door Zijn openbaring en maakt de dingen nieuw. Evenzo zal het gebeuren dat Hij een nieuwe hemel maakt en nieuwe aarde: Openbaring 21:1 En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer.
Wij moeten aangespoord worden, door de gelijkenis van Jezus Christus. Dat als Hij, de Heiland, de verlorene heeft gevonden, ons openbaart door Zijn Geest dat wij zondaars zijn, dat wij ons tot Hem moeten keren. Hij heeft ons de bediening van de verzoening gegeven. Het Woord dat levend is geworden. De Schrift die wordt gepredikt, bekend wordt gemaakt aan alle volken. Het Woord dat verklaart, dat er vrede is ontstaan tot God, door het bloed van Christus. Het bloed van Jezus Christus heeft gevloeid, Zijn bloed reinigt van alle zonde: 1 Johannes 1:7 Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
Hoe wij tot bekering komen, is niet zozeer van belang, het gaat erom dát wij tot bekering komen. Zo hoor ik weleens dat sommigen een heel geleidelijke bekering hebben gehad. Zij kunnen het precieze tijdstip van hun bekering niet noemen.
Toch is hun bekering net zo uniek als mijn bekering. Nog belangrijker: God is evenzeer blij als bij een andere bekering. De Vader is blij als één zondaar tot bekering komt. Laten wij dan ook vooropstellen dat iedereen een zondaar is. Enerzijds door de zondeval van Adam en Eva, maar ook door onze eigen ongerechtigheden. Degene die zeggen, dat zij rechtvaardig zijn, liegen en hebben de Geest niet. Al ziet je leven er nog zo schoon uit, het is niet schoon. Als je eerlijk naar jezelf gaat kijken, dan zie je dat je Godswet hebt overtreden. Al is het maar een klein leugentje, of een snoepje pakken uit de kast van je ouders of de begeerte waarmee elk mens ooit te maken heeft. Dan ben je een zondaar en kun je op deze manier niet tot God gaan. Je hebt dan de bekering nodig om je te kunnen verzoenen met God. Zoals een wijs iemand ooit zei in een preek: “Als je een cake gaat bakken heb je 4 eieren nodig, als nu één ei verrot is, dan zal de hele cake doordrongen worden, met dat verrotte ei. Zo is het ook met zonde, als je maar één zonde begaan hebt, dan is je hele lichaam ermee vervuild”. Je hebt dan Jezus Christus, de Zaligmaker nodig, om schoon te worden, een nieuwe schepping te zijn. Daarnaast kijk ik als nieuwe mens vol vreugde naar degenen die van jongs af aan in de kerk tot bekering komen, die naast dat zij ook zondaars zijn, ook voor vele grote zonden zijn bewaard. Toch hebben zij net als ik bekering nodig, het nodig om zich van alle zonde af te keren.
Wanneer je dan tot bekering bent gekomen en je zonde zijn vergeven door Jezus Christus, dan ben je in je hart wedergeboren. Niet door het vlees, maar door de Geest. In de brief aan Efeze leert Paulus ons dat wij de vroegere levenswandel, de oude mens, moeten afleggen. De oude mens die te gronde gaat door de misleidende begeerte. Wij moeten dagelijks vernieuwd worden in de geest van ons denken. Degene die bekeerd zijn en Jezus Christus hebben leren kennen, zijn bekleed met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
Efeze 4:22-24
22. namelijk dat u, wat betreft de vroegere levenswandel, de oude mens aflegt, die te gronde gaat door de misleidende begeerten,
23. en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken,
24. en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
Wij moeten dagelijks naar de troon van de genade, om hier barmhartigheid en genade te vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip:
Hebreeën 4:14-16
14. Nu wij dan een grote Hogepriester hebben, Die de hemelen is doorgegaan, namelijk Jezus, de Zoon van God, laten wij aan deze belijdenis vasthouden.
15. Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde.
16. Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip.
Bij deze troon van de genade moeten wij dagelijks alles aan Zijn voeten neerleggen, ons dagelijks tot Hem wenden, daar onze ongerechtigheden belijden, die bij onze oude mens horen. Wij hebben het naast rechtvaardiging -dit betekent dat de schuld ons niet wordt toegerekend- nodig om dagelijks schoon gewassen te worden door het bloed van Jezus Christus. Wij hebben die bekering dagelijks nodig, omdat de zonde aan de deur ligt. Wij moeten de zonde buiten de deur houden, dit kan alleen door de Zaligmaker, Jezus Christus, die Middelaar is bij de troon van de genade. Door Hem kunnen wij naar de troon gaan. Zonder Hem, kunnen wij niets, dit lezen wij in Johannes 15:
Johannes 15:4-5
4. Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft.
5. Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.
Wanneer je bekeerd bent, dan is je leven gericht op God en Zijn heil:
Romeinen 12:1-2
1. Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.
2. En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
Wend je, als je nog niet bekeerd bent, vandaag nog naar God en belijd je zonden aan Hem. Hij zal je niet beschamen, Hij zal voor je zorgen.
Psalm 25: 3-5
3. Ja, allen die U verwachten, worden niet beschaamd;
beschaamd worden zij die zonder reden trouweloos handelen.
4. HEERE, maak mij Uw wegen bekend,
leer mij Uw paden.
5. Leid mij in Uw waarheid en leer mij,
want U bent de God van mijn heil;
U verwacht ik de hele dag.
Bedankt voor het lezen, van dit artikel, alle lof en eer voor de Heer. Heb je nu nog vragen over bekering, of wil je meelezen met de overdenkingen, stuur dan gerust een mail via het contactformulier op de website. Hopelijk tot een volgend artikel. D.V.
Gods zegen,
Het volgende artikel gaat over bekering. Bekering is het afkeren van de zonde en je toekeren naar Jezus Christus. Hem als Redder aannemen, erop vertrouwen dat Hij je zal verlossen van de dood. De dood die iedereen verdient, want wij zijn zondaars en verdienen de dood. God is rechtvaardig en doet recht. De zonden die wij doen, doen Hem veel pijn. Toch heeft Hij de wereld zo lief:
Johannes 3:16-18
16. Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
17. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden.
18. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.
Dat God de wereld zo lief heeft, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, betekent dat wij door Hem gerechtvaardigd worden. Hoe kunnen wij gerechtvaardigd worden? Door het geloof in Hem, als Redder en Verlosser. Hij legt dit uit aan Thomas, en ook aan ons: Johannes 14:6 Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. Wat overblijft is het afkeren van zonde en ons bekeren tot Jezus Christus. Jezus Christus zoekt en vindt, roept zondaren om zich tot Hem te keren. De gedachtegang van sommigen dat bekering vanuit onszelf komt, wordt door de Schrift weerlegd. De Geest overtuigt van de zonde, dit deelt Jezus Christus Zelf mee:
Johannes 16:7-11
17. Maar Ik zeg u de waarheid: Het is nuttig voor u dat Ik wegga, want als Ik niet wegga, zal de Trooster niet naar u toe komen; maar als Ik heenga, zal Ik Hem naar u toe zenden.
8. En als Die gekomen is, zal Hij de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel:
9. van zonde, omdat zij niet in Mij geloven;
10. van gerechtigheid, omdat Ik heenga naar Mijn Vader en u Mij niet meer zult zien;
11. en van oordeel, omdat de vorst van deze wereld veroordeeld is.
Dat de Geest doet overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel, betekent dat een bekering niet vanuit onszelf komt, maar vanuit God. De Geest maakt bekend, waarvan wij ons moeten bekeren. Dit doet Hij door ons ogen gericht te laten houden op de Schrift. Zo is het ook met mijn bekering geweest. Ik hield mij bezig met occulte zaken. Toen de Schrift mij bekendmaakte, dat waarzeggerij zonde was en niet bij God hoorde, wist ik dat het niet bij God hoorde. Deze ingeving door de Schrift zetten de eerste stappen richting mijn bekering:
Deuteronomium 18:10-12
10. Onder u mag niemand gevonden worden die zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan, die waarzeggerij pleegt, die wolken duidt of aan wichelarij doet, die een tovenaar is,
11. die bezweringen doet, die een dodenbezweerder of een waarzegger raadpleegt, of die de doden raadpleegt.
12. Want iedereen die zulke dingen doet, is een gruwel voor de HEERE. En vanwege deze gruweldaden verdrijft de HEERE, uw God, deze volken van voor uw ogen uit hun bezit.
De Schrift is ingegeven door God:
2 Timotheüs 3:16-17
16. Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid,
17. opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.
Deze verzen laten ons zien, dat heel de Schrift door God is ingegeven. De Schrift maakt ons bekend hoe wij bij Hem kunnen horen: door het geloof in Jezus Christus. De Schrift maakt ons bekend wat zonde is. Wij moeten de zonden haten, haten wat niet bij God hoort. Ons ervan afkeren. De kleinste dingen zijn al zonden en zelfs van de kleinste dingen moeten wij ons afkeren, omdat God het ons bekend maakt. Nu komen we ook tot de kern van dit artikel: elke bekering leidt tot blijdschap.
Het tweede lees artikel ging over het verloren schaap. In de gelijkenis die Jezus Christus vertelt, blijven nog 2 onderdelen over die overdacht moeten worden, om ervan te leren en te begrijpen, dat er blijdschap is in de hemelen als een zondaar zich bekeert.
Wij komen bij het tweede gedeelte van de gelijkenis van Jezus Christus, waar het gaat over de verloren penning:
Lukas 15:8-10
8. Of welke vrouw, die tien penningen heeft en één penning verliest, steekt niet een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig, totdat zij die vindt?
9. En als zij hem gevonden heeft, roept zij haar vriendinnen en buurvrouwen bijeen en zegt: Wees blij met mij, want ik heb de penning gevonden die ik verloren had.
10. Zo zeg Ik u, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert.
Of welke vrouw, de verliezer van de penning wordt door Jezus Christus geschetst als een vrouw, zij die hartstochtelijk zal treuren om het verlies van de penning. Zo wordt in deze gelijkenis verondersteld dat een vrouw zich meer zal verheugen in het vinden van de verloren penning dan een man zou doen. Het is een feit dat Jezus Christus deze gelijkenis sprak tot de Farizeeën en schriftgeleerden:
Lukas 15:2-3
2. En de Farizeeën en de schriftgeleerden morden onder elkaar en zeiden: Deze Man ontvangt zondaars en eet met hen.
3. En Hij sprak deze gelijkenis tot hen en zei:
In eerste instantie worden ze gedwongen om te denken als een herder. Dit ergerde hen. Toch moesten zij herkennen dat de herder blij is, als die het verloren schaap thuis brengt. Dat zij nu moeten denken als een vrouw, daarin moeten herkennen dat de vrouw blij is, dat zij de verloren penning terugvindt, zal hen nog het meest geërgerd hebben. Het verplaatsen in een herder was al erg voor de mannelijke Jood, maar in de schoenen staan van een vrouw zal hen nog meer conflict in gedachten hebben gegeven. Dat Jezus Christus de vrouw als voorbeeld stelt in dit gedeelte, laat zien dat er blijdschap is bij elke bekering, van wie dan ook. Jood, heiden, man, vrouw of kind. Het laat ook zien dat deze blijdschap tot in de hemel strekt, tot de troon van God.
Jezus Christus trekt de Farizeeën, schriftgeleerden en ook ons, die deze gelijkenis lezen het verhaal in. De vrouw heeft tien zilverstukken, zij verliest daarvan één. Menselijk geredeneerd zou je dan kunnen denken, dat die éne zilverling minder waarde heeft dan de negen anderen. Toch moeten wij altijd in gedachten houden, dat elke zilverling dezelfde waarde heeft, als zij afzonderlijk behandeld worden. Een zilverling is één zilverling. Jezus Christus laat in de gelijkenis zien en beseffen dat het zinvol is om de verloren penning te zoeken. Jezus vertelt over de zorg en moeite die de vrouw er aan besteed. Ze steekt een kaars aan en veegt het huis. Ze kijkt op elke plaats in het huis, om de zilverling te zoeken. Zij schept haar verlangen erin om het te vinden, dit doet ze vol ijver en voorzichtigheid.
Jezus Christus gebruikt deze gelijkenis van het verloren schaap, de verloren penning en de verloren zoon, om te verduidelijken dat er verschillende middelen en methoden worden gebruikt door God om verlorenen bij Zich te brengen. Zo schrijft Matthew Henry in zijn verklaring: God heeft de kaars van het Evangelie aangestoken, niet om zichzelf de weg naar ons te tonen, maar om ons de weg naar Hem te tonen, om onszelf te ontdekken, waar het aan schort bij ons. Hij heeft het huis geveegd door de overtuigingen van het Woord. God zoekt ijverig. Zijn hart is erop gericht, om verloren zielen tot zich te brengen. God is blij als de verlorene zich tot Hem keert.
Dit laat ook Jezus Christus zien in het tweede gedeelte van de gelijkenis:
Lukas 15:9-10
9. En als zij hem gevonden heeft, roept zij haar vriendinnen en buurvrouwen bijeen en zegt: Wees blij met mij, want ik heb de penning gevonden die ik verloren had.
10. Zo zeg Ik u, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert.
Als zij de penning gevonden heeft met toewijding, verlangen en zorgvuldigheid, roept zij haar vriendinnen en buurvrouwen bijeen en zegt: Wees blij met mij, want ik heb de penning gevonden die ik verloren had. De vrouw is verheugd in het vinden van de éne penning, dat zij haar vreugde, wil delen met haar vriendinnen en buurvrouwen. Zij stelt haar verlangen erin, dat anderen zich met haar verheugen. Zij was zo blij dat ze de zilverling had gevonden. Alzo spreekt Jezus Christus: Lukas 15:10 Zo zeg Ik u, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert. Zo hebben wij ook kunnen lezen in het eerste gedeelte van het verloren schaap, dat er vreugde is in de hemel, nu lezen wij, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert.
De engelen hebben hun ogen gericht op God, Die op de troon zit in de hemel. Engelen verheugen zich over een bekering, omdat de heerlijkheid van God daardoor wordt getoond. In een bekering straalt de de heerlijkheid van de Vader, Zoon en Heilige Geest. Satan, die als een briesende leeuw rondgaat, is een prooi verloren, als een zondaar tot bekering komt. 1 Petrus 5:8 Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden.
De Vader is verheugd als een zondaar door Zijn Zoon Jezus Christus tot bekering komt.
2 Korinthe 5:17-18
17. Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.
18. En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft.
Over 2 Korinthe 5:17 is geschreven in 001 Begrijpelijk Overdenken, ik wil dit graag delen, om te laten zien wat het nu eigenlijk betekent om een nieuwe schepping te worden:
We proberen menselijk te verklaren hoe God werkt en wat God deed en doet. Dit moeten wij niet doen. God is niet te bevatten. Als wij in Jezus Christus zijn (in Hem geloven), dan worden wij een nieuwe schepping. Het oude gaat voorbij en zie (kijk: nu gaat het gebeuren) alles is nieuw geworden. Het betekent dat je niet een klein beetje veranderd, maar dat je compleet verandert. Een voorbeeld is een rups die in een vlinder verandert. De rups verandert voor altijd, zie: het is een vlinder geworden.
Wij kunnen lezen in: 2 Korinthe 5:18 En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft. Als een zondaar tot bekering komt en een nieuwe schepping is, dan is dit alles uit God. Hij maakt ons de dingen bekend die niet bij Hem horen, Hij maakt bekend waar wij ons van moeten afkeren. Zaken die niet tot de nieuwe mens behoren, maar tot de oude mens. Hij Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft. Hij heeft door Zijn, Zoon, Jezus Christus en de weg die Zijn Zoon heeft gelopen, voor de verlorene de deur geopend. De deur naar de heerlijkheid van Hem, die in de hemel is. Hij laat de oude dingen verdwijnen door Zijn openbaring en maakt de dingen nieuw. Evenzo zal het gebeuren dat Hij een nieuwe hemel maakt en nieuwe aarde: Openbaring 21:1 En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer.
Wij moeten aangespoord worden, door de gelijkenis van Jezus Christus. Dat als Hij, de Heiland, de verlorene heeft gevonden, ons openbaart door Zijn Geest dat wij zondaars zijn, dat wij ons tot Hem moeten keren. Hij heeft ons de bediening van de verzoening gegeven. Het Woord dat levend is geworden. De Schrift die wordt gepredikt, bekend wordt gemaakt aan alle volken. Het Woord dat verklaart, dat er vrede is ontstaan tot God, door het bloed van Christus. Het bloed van Jezus Christus heeft gevloeid, Zijn bloed reinigt van alle zonde: 1 Johannes 1:7 Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
Hoe wij tot bekering komen, is niet zozeer van belang, het gaat erom dát wij tot bekering komen. Zo hoor ik weleens dat sommigen een heel geleidelijke bekering hebben gehad. Zij kunnen het precieze tijdstip van hun bekering niet noemen.
Toch is hun bekering net zo uniek als mijn bekering. Nog belangrijker: God is evenzeer blij als bij een andere bekering. De Vader is blij als één zondaar tot bekering komt. Laten wij dan ook vooropstellen dat iedereen een zondaar is. Enerzijds door de zondeval van Adam en Eva, maar ook door onze eigen ongerechtigheden. Degene die zeggen, dat zij rechtvaardig zijn, liegen en hebben de Geest niet. Al ziet je leven er nog zo schoon uit, het is niet schoon. Als je eerlijk naar jezelf gaat kijken, dan zie je dat je Godswet hebt overtreden. Al is het maar een klein leugentje, of een snoepje pakken uit de kast van je ouders of de begeerte waarmee elk mens ooit te maken heeft. Dan ben je een zondaar en kun je op deze manier niet tot God gaan. Je hebt dan de bekering nodig om je te kunnen verzoenen met God. Zoals een wijs iemand ooit zei in een preek: “Als je een cake gaat bakken heb je 4 eieren nodig, als nu één ei verrot is, dan zal de hele cake doordrongen worden, met dat verrotte ei. Zo is het ook met zonde, als je maar één zonde begaan hebt, dan is je hele lichaam ermee vervuild”. Je hebt dan Jezus Christus, de Zaligmaker nodig, om schoon te worden, een nieuwe schepping te zijn. Daarnaast kijk ik als nieuwe mens vol vreugde naar degenen die van jongs af aan in de kerk tot bekering komen, die naast dat zij ook zondaars zijn, ook voor vele grote zonden zijn bewaard. Toch hebben zij net als ik bekering nodig, het nodig om zich van alle zonde af te keren.
Wanneer je dan tot bekering bent gekomen en je zonde zijn vergeven door Jezus Christus, dan ben je in je hart wedergeboren. Niet door het vlees, maar door de Geest. In de brief aan Efeze leert Paulus ons dat wij de vroegere levenswandel, de oude mens, moeten afleggen. De oude mens die te gronde gaat door de misleidende begeerte. Wij moeten dagelijks vernieuwd worden in de geest van ons denken. Degene die bekeerd zijn en Jezus Christus hebben leren kennen, zijn bekleed met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
Efeze 4:22-24
22. namelijk dat u, wat betreft de vroegere levenswandel, de oude mens aflegt, die te gronde gaat door de misleidende begeerten,
23. en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken,
24. en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
Wij moeten dagelijks naar de troon van de genade, om hier barmhartigheid en genade te vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip:
Hebreeën 4:14-16
14. Nu wij dan een grote Hogepriester hebben, Die de hemelen is doorgegaan, namelijk Jezus, de Zoon van God, laten wij aan deze belijdenis vasthouden.
15. Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde.
16. Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip.
Bij deze troon van de genade moeten wij dagelijks alles aan Zijn voeten neerleggen, ons dagelijks tot Hem wenden, daar onze ongerechtigheden belijden, die bij onze oude mens horen. Wij hebben het naast rechtvaardiging -dit betekent dat de schuld ons niet wordt toegerekend- nodig om dagelijks schoon gewassen te worden door het bloed van Jezus Christus. Wij hebben die bekering dagelijks nodig, omdat de zonde aan de deur ligt. Wij moeten de zonde buiten de deur houden, dit kan alleen door de Zaligmaker, Jezus Christus, die Middelaar is bij de troon van de genade. Door Hem kunnen wij naar de troon gaan. Zonder Hem, kunnen wij niets, dit lezen wij in Johannes 15:
Johannes 15:4-5
4. Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft.
5. Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.
Wanneer je bekeerd bent, dan is je leven gericht op God en Zijn heil:
Romeinen 12:1-2
1. Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.
2. En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.
Wend je, als je nog niet bekeerd bent, vandaag nog naar God en belijd je zonden aan Hem. Hij zal je niet beschamen, Hij zal voor je zorgen.
Psalm 25: 3-5
3. Ja, allen die U verwachten, worden niet beschaamd;
beschaamd worden zij die zonder reden trouweloos handelen.
4. HEERE, maak mij Uw wegen bekend,
leer mij Uw paden.
5. Leid mij in Uw waarheid en leer mij,
want U bent de God van mijn heil;
U verwacht ik de hele dag.
Bedankt voor het lezen, van dit artikel, alle lof en eer voor de Heer. Heb je nu nog vragen over bekering, of wil je meelezen met de overdenkingen, stuur dan gerust een mail via het contactformulier op de website. Hopelijk tot een volgend artikel. D.V.
Gods zegen,
Ricardo Jansen